MAAND VAN DE FILOSOFIE MET ALS THEMA "RUST".
De eeuwige rust van een goede dood?
Door Ton Vink, filosoof, schrijver en consulent voor vragen rond het levenseinde.
Wie dacht dat met het rapport van de commissie-Schnabel over ‘Voltooid Leven’ het euthanasiedebat in rustiger vaarwater terecht zou komen, vergiste zich deerlijk. Het rapport viel goed bij het meer behoudende publiek dat enigszins opgelucht ademhaalde. In vooruitstrevende kring was men diep teleurgesteld.
En ongetwijfeld daarom volgde er een even verrassende brief van de VVD-Ministers Schippers (en Van der Steur), inclusief de belofte van een in te dienen wetsvoorstel dat mogelijk moet maken wat het rapport-Schnabel overbodig verklaarde, een ‘wet voltooid leven’.
Elders in progressieve kring voelde men zich gepasseerd, want kort daarop kwam D’66 Kamerlid Pia Dijkstra met een conceptwetsvoorstel ‘voltooid leven’, plus ‘memorie van toelichting’, daarbij zwaar leunend op het (afgewezen) wetsvoorstel van het burgerinitiatief Uit Vrije Wil (2011).
Om het compleet te maken kwam in de zaak-Heringa de Advocaat-Generaal met zijn Conclusie voor de Hoge Raad, een Hoge Raad die naar verwachting maart 2017 met haar uitspraak in deze zaak-Heringa komt.
Dat alles is meer dan voldoende reden om stil te staan bij een vraag die aan al deze activiteiten ten grondslag zou moeten liggen, maar die maar zelden gesteld wordt: de vraag naar de betekenis van een ‘goede dood’. Daarbij komen tevens gerelateerde zaken aan bod: de rol van de arts, de rol van het betrokken individu en de morele dilemma’s die hier voor het oprapen liggen.
Dr. Ton Vink studeerde Wijsbegeerte aan de RUG en promoveerde te Leiden. Hij is auteur van leergangen Filosofie en Levensbeschouwing voor het VWO en eindredacteur van Filosofie & Praktijk. Daarnaast is hij al zo’n twintig jaar werkzaam als consulent voor vragen rond het levenseinde, een terrein waarop hij uitgebreid publiceerde, meest recent 'Zelfeuthanasie. Een zelfbezorgde goede dood' onder eigen regie.
