filosofisch café groningen
Dinsdag 22 september 2020 in het Odd Fellowhuis, W A Scholtenstraat 21 te Groningen
aanvang 20.00 uur. Entree 7 euro.
Aanmelding verplicht. Dit kan per mail naar wavdam@euronet.nl
Participatieve democratie? Door Hanka Otte.
Over kunst en politiek volgens het principe van de commons.
In een commons wordt de eigen (sociale) omgeving vorm gegeven door collectief zelfbeheer van materiële bronnen (zoals grond) of immateriële bronnen (zoals taal) te regelen. Opdat iedereen evenredig kan participeren, beroepen commoners zich op agonistische (rivaliserend) vormen van democratie, waarbij kunst en culturele codes een cruciale rol kunnen spelen. Aan de hand van drie artistieke cases gaat Hanka Otte na hoe zij dat doen en hoe zo’n vorm van participatie kan werken in een setting van een representatieve democratie.
Hanka Otte is postdoc onderzoeker cultuurbeleid bij de Culture Commons Quest Office, van de Universiteit van Antwerpen. Zij won in 2018 de Boekman Dissertatieprijs voor haar proefschrift ‘Binden of Overbruggen? Over de relatie tussen kunst, cultuurbeleid en sociale cohesie’. Hanka werkt in Antwerpen en woont in Groningen.
(aardig om te vermelden dat Philos in 2018 een avond organiseerde met Annemarie Kok ‘Het geheim van aangenaam samenleven’. Waar Annemarie Kok juist tegen buitenparlementaire participatie en invloed op de publieke ruimte was, omdat zij dat als ondemocratisch en excluderend ervoer, betoogt Hanka Otte dat participatie via artistieke vormen juist zeer democratisch en includerend kan werken).
Uitgebreidere info voor 22.09
Participatieve democratie?
Over kunst en politiek volgens de principes van de commons
Kunstenaars en cultuurorganisaties zijn zich de laatste
decennia weer opvallend meer gaan ontfermen over de
participatie in de samenleving. Gedeeltelijk komt dit door
overheidsprogramma’s die cultuurinitiatieven stimuleren
vanwege participatiedoeleinden. In de hoop dat culturele activiteiten bijdragen aan bijvoorbeeld een (meer) inclusieve samenleving, sociale cohesie, aan actief burgerschap, of, ruimer geformuleerd, aan een participatieve democratie.
Die laatste notie is echter een eigenaardige term. Democratie betekent etymologisch gezien ‘bestuur door, of souvereiniteit van het volk’. Dit sluit die participatie dus al in. Sterker nog, democratie betekent in ideale zin: de absolute deelname van burgers aan het bestuur van hun samenleving oftewel, ze betreft totale participatie. ‘Participatieve democratie’ is hier dus in feite een tautologie.
Dat de term tegenwoordig veelvuldig opduikt wijst er wellicht op dat er iets fout loopt met die participatie die eigen is aan een democratie. Op z’n minst doet het vermoeden dat er verschillende gradaties bestaan van participatie binnen een democratisch systeem, en dat er ook meerdere participatievormen mogelijk zijn. In de eerste plaats drukt de oproep tot een participatieve democratie dan ook de hoop uit op meer of een zinvollere deelname aan besluitvormingsprocessen.
De inzet van kunstenaars en cultuurorganisaties om bij te dragen aan een participatieve democratie, en het politieke appèl daartoe aan hen, roept bijgevolg de vraag op aan wélke participatievorm zij een bijdrage kunnen leveren. In de wetenschappelijke literatuur van de laatste twintig jaar wordt er grofweg een onderscheid gemaakt tussen drie vormen van democratie: representatieve democratie (De Tocqueville, Weber), deliberatieve democratie (Habermas) en agonistische (Mouffe, Marchart, Rancière) democratie.
In deze voordracht gaat Hanka Otte na hoe deze vormen van democratie zichtbaar worden in cultuurbeleid en wat dat betekent voor de idee van totale, of gelijke, participatie. Via agonistische participatie maakt ze de stap naar de commons. In een commons wordt de eigen (sociale) omgeving vormgegeven door collectief zelfbeheer van materiële bronnen (zoals grond) of immateriële bronnen (zoals taal) te regelen. Zij verdedigt de stelling dat door zich te beroepen op agonistische participatie, iedereen in een commons evenredig kan participeren en dat kunst en culturele codes daarbij een cruciale rol kunnen spelen. Aan de hand van drie artistieke casussen gaat Hanka na welke vormen van democratie hier werden ingezet, wat deze opleverden en hoe deze werkten in de setting van een representatieve democratie.
De casussen die ze bespreekt zijn: Montaña Verde in Antwerpen (Recetas Urbanas, Middelheim Museum, Groendienst), De Toren van Babel in Antwerpen (Rooftoptiger, Maud Vanhauwaert, Antwerpen Boekenstad) en De Grond der Dingen in Mechelen (Theater Arsenaal/Lazarus, Stadsmuseum Hof van Busleyden).
De lezing is gebaseerd op het hoofdstuk ‘Commoning art as political companion. On the issue of participatory democracy,’ dat ik samen met Pascal Gielen schreef voor het boek Cultural Policies in Europe: A Participatory Turn? (Dupin-Meynard et al., 2020).